De leerling centraal, kan dat nog?
De leerling centraal, kan dat nog?
Ik denk dat bijna iedereen die in het onderwijs werkt de intentie heeft om de leerling centraal te stellen. Misschien op een enkele one-size-fits-all-leerkracht na. Er wordt steeds meer maatwerk geleverd waardoor het onderwijs beter aansluit op wat kinderen kunnen en willen. Dit is motivatie bevorderend en talenten worden beter benut. Toch? Maar volgens een onderzoek van de Onderwijsraad uit 2017 (De leerling centraal?) kunnen individuele belangen botsen met het maatschappelijk belang waardoor de kwaliteit van onderwijs in gevaar komt.
Deze laatste zin houdt mij al een tijdje bezig. Waar botst het individueel belang met het maatschappelijk belang. Terug in de tijd!
De wens om de leerling centraal te stellen is al meer dan 100 jaar oud en is ontstaan bij de reformpedagogen en later uitgevoerd op montessori-, dalton-, jenaplan- en freinetscholen. Op deze leerlinggerichte benadering is naderhand weer kritiek gekomen. Waarbij het met name ging om het anti-intellectuele karakter en het niet leren van vaardigheden die nodig zijn om je staande te houden in de samenleving (kritiek van de humanisten). Na de tweede wereldoorlog is er een systeem gekomen waarbij scholen werden ingericht in leeftijdsklassen waarbij de leerstof het startpunt vormde en waar onderwezen werd vanuit een vaststaand curriculum. In de jaren zestig en zeventig kwam er weer meer oog voor een kindgerichte benadering mede door de discussie over gelijke kansen in het onderwijs. In de jaren negentig met uitloop naar begin 2000 vinden er opeenvolgende onderwijsvernieuwingen plaats. Van probleemgestuurd onderwijs naar het nieuwe leren en alle variaties ertussen. Op deze vernieuwingen is forse kritiek geuit met name omdat leerlingen niet meer het behaalde taal-en rekenniveau haalden. Inmiddels zijn alle ogen gericht op de 21e -eeuwse vaardigheden.
Wat leren we van het verleden?
De onderwijsraad geeft in haar onderzoek aan dat de leerling centraal stellen ten koste kan gaan van het socialisatieproces van een leerling. Het voorbeeld van een leerling die een gepersonaliseerd onderwijsprogramma volgt en daardoor heel de dag op zijn tablet zit, zonder interactie met zijn klasgenoten, spreekt boekdelen. Op de meeste scholen zal dit wel meevallen, hoop ik dan maar, maar zet mij wel aan het denken. De maatschappij individualiseert steeds meer wat de maatschappij niet ten goede komt. Denk aan de Sire reclame #Doeslief wat Nederlanders aan het denken moet zetten hoe wij met elkaar omgaan. Zou het tij gekeerd kunnen worden door een andere pedagogische opdracht en moeten onderwijsontwikkelaars hierin een rol spelen?
Claudia Doorschodt is directeur van Uitgeverij de Stulp Reageren? cdoorschodt@destulp.nl
Ik denk dat bijna iedereen die in het onderwijs werkt de intentie heeft om de leerling centraal te stellen. Misschien op een enkele one-size-fits-all-leerkracht na. Er wordt steeds meer maatwerk geleverd waardoor het onderwijs beter aansluit op wat kinderen kunnen en willen. Dit is motivatie bevorderend en talenten worden beter benut. Toch? Maar volgens een onderzoek van de Onderwijsraad uit 2017 (De leerling centraal?) kunnen individuele belangen botsen met het maatschappelijk belang waardoor de kwaliteit van onderwijs in gevaar komt.
Deze laatste zin houdt mij al een tijdje bezig. Waar botst het individueel belang met het maatschappelijk belang. Terug in de tijd!
De wens om de leerling centraal te stellen is al meer dan 100 jaar oud en is ontstaan bij de reformpedagogen en later uitgevoerd op montessori-, dalton-, jenaplan- en freinetscholen. Op deze leerlinggerichte benadering is naderhand weer kritiek gekomen. Waarbij het met name ging om het anti-intellectuele karakter en het niet leren van vaardigheden die nodig zijn om je staande te houden in de samenleving (kritiek van de humanisten). Na de tweede wereldoorlog is er een systeem gekomen waarbij scholen werden ingericht in leeftijdsklassen waarbij de leerstof het startpunt vormde en waar onderwezen werd vanuit een vaststaand curriculum. In de jaren zestig en zeventig kwam er weer meer oog voor een kindgerichte benadering mede door de discussie over gelijke kansen in het onderwijs. In de jaren negentig met uitloop naar begin 2000 vinden er opeenvolgende onderwijsvernieuwingen plaats. Van probleemgestuurd onderwijs naar het nieuwe leren en alle variaties ertussen. Op deze vernieuwingen is forse kritiek geuit met name omdat leerlingen niet meer het behaalde taal-en rekenniveau haalden. Inmiddels zijn alle ogen gericht op de 21e -eeuwse vaardigheden.
Wat leren we van het verleden?
De onderwijsraad geeft in haar onderzoek aan dat de leerling centraal stellen ten koste kan gaan van het socialisatieproces van een leerling. Het voorbeeld van een leerling die een gepersonaliseerd onderwijsprogramma volgt en daardoor heel de dag op zijn tablet zit, zonder interactie met zijn klasgenoten, spreekt boekdelen. Op de meeste scholen zal dit wel meevallen, hoop ik dan maar, maar zet mij wel aan het denken. De maatschappij individualiseert steeds meer wat de maatschappij niet ten goede komt. Denk aan de Sire reclame #Doeslief wat Nederlanders aan het denken moet zetten hoe wij met elkaar omgaan. Zou het tij gekeerd kunnen worden door een andere pedagogische opdracht en moeten onderwijsontwikkelaars hierin een rol spelen?
Claudia Doorschodt is directeur van Uitgeverij de Stulp Reageren? cdoorschodt@destulp.nl